De legende van koning DANEL
(DN'IL) en AKHAT (AQHAT).*
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑DANEL regeert over een agrarisch volk in het land Rp'. De bewoners zijn
de Rp'm (Rephaïm). {‑‑‑‑> komt terug bij de Feniciërs}.
De titel van de koning is Mt rpa en zijn residentie is Hrnm. Volgens een
egyptische papyrus Anastasi I (eind 13e eeuw v.C) zou dit een stad in de
buurt van Damascus kunnen zijn. De uitdrukking Mt rpa kan vergeleken
worden met "de zonen van Rafa" in II Samuel 21:16,18,22, ofwel met de
Harafa in I Kronieken 20:4,6,8. Een andere verklaring kan zijn, dat
DANEL gezien wordt als de brenger van vruchtbaarheid (Mt rp'i).
De dochter van DANEL is PAGHAT (PUGHAT) en die kent de loop van de
sterren. Dank zij hen komen de oogsten tot stand. DANEL heeft echter
geen zoon. Hij gaat in de tempel van EL slapen en offert elke dag aan de
goden. DANEL hoopt op een droom met een teken van de goden, maar er komt
maar niets. ‑‑‑‑> Vergl.Abraham + Keret + Salomo!
DANEL moet een gedenkteken oprichten voor zijn voorouderlijke god.
Op de 7e dag onderneemt BAAL actie en vraagt aan EL om te interveniëren.
EL stemt toe, laat de Kathirat komen (nymfen of vrouwen bedreven in
magie) en niet veel later wordt AKHAT geboren.
Voor de poort van zijn stad spreekt DANEL recht en hij neemt het op voor
de verdrukten. De naam DANEL betekent 'Rechtspraak van God' (Dan‑EL). ‑‑
‑> vergl.:Ezechiel XXVIII,V,3, waarin gezegd wordt: "Bent gij wijzer dan
Daniel?"
Voor de stadspoort ziet DANEL evenwel de god KOTHAR‑WA‑HASIS aankomen,
die wel de 'bekwame en verstandige god' wordt genoemd. {Kothar‑wa‑Hasis
of Kothar Wachasis komt onder een andere naam terug bij de Feniciërs}.
DANEL verleent de god gastvrijheid en uit dank daarvoor geeft deze god
hem een boog met pijlen. DANEL geeft die weer door aan zijn zoon AKHAT,
die ermee op jacht gaat. Daar ontmoet AKHAT echter ANAT, die de boog wil
ruilen voor rijkdom en onsterfelijkheid.
AKHAT gelooft niet, dat hij
onsterfelijk kan worden en hij weigert de
'deal'. ANAT neemt er geen genoegen mee en gaat AKHAT bij EL belasteren en eist in niet mis te verstane bewoordingen, dat EL toestemming geeft
om de belediging te vergelden. ANAT schakelt JATPAN (YATPAN) in, die in
de stad Abelim van de god JARICH (=maangod) woont.
* CTA 17‑19.
Zie o.a.:
‑ Mythologie van de gehele wereld, R.Cavendish, Atrium, Alphen a/d Rijn,
1983, blz 92:Baal.
‑ Ras Sjamra, Ugarit en het Oude Testament, E.Jacob, i.e.v.v.
C.Golterman‑van Dijk, G.F.Callenbach, Nijkerk, 1962.
‑ Near Eastern Mythology, J.Gray, Hamlyn,
‑ Légendes de Babylone et de Canaan, Ch.Virolleaud, A.Maisonneuve,
‑ Notes philologiques sur la légende ougaritique de Danel et Aqhat,
A.Caquot, Semitica XXXVII, 1987.
De wraak van ANAT loopt uit de hand,
want tijdens een feest te Abiluma
(stromende waters), waarop AKHAT
aanwezig is, doodt JATPAN, vermomd als een jagende valk, de zoon van DANEL. Tegelijkertijd trekken de heerlijke
gerechten arenden of gieren aan, die hem en‑passant ook nog verslinden.
ANAT had hem echter alleen willen verwonden en tot overmaat is de
prachtige boog nu ook nog in de zee gevallen en/of gebroken.
AKHAT is niet meer en als gevolg daarvan verwelkt de plantenwereld, want
BAAL laat geen regen meer vallen. Tot drie maal laat DANEL gieren door
BAAL neerstorten en uiteindelijk vindt hij de resten van zijn zoon in de
maag van de moedergier SML. De dochter van DANEL onderneemt een
strafexpeditie tegen JATPAN en dringt als krijger, of als ANAT vermomd
de tent van JATPAN in, voert hem dronken en neemt waarschijnlijk [tekst
breekt hier af] wraak. Daarna valt er weer regen.
Tot zover de overlevering.
In Oegarit bevindt zich reeds ten
tijde van farao Sesostris I (1972‑1927
v.C) en Sesostris II (1897‑1878 v.C)
een tempel voor Dagan. Ten tijde van Ammenemes III (1842‑1797 v.C) wordt gewag gemaakt van een tempel
voor Baal. De kans is aanwezig, dat reeds in die tijd de verhalen,
waarin Dagan en Baal een rol spelen, tot stand zijn gekomen.
De vegetatiecyclus, de wrekende zus, rechtvaardigheid en heropstanding
zijn de belangrijkste thema's, die in deze legende van Danel een
belangrijke rol spelen en die ook later bij de Feniciërs in een andere
vorm terug zullen komen.
Zie o.a.:
‑ La légende phénicienne de Danel,
Ch.Virolleaud, Paris, 1936 [een vraagteken valt te plaatsen bij de naamgeving: in hoeverre is het
verhaal ook werkelijk Fenicisch?].
‑ The story of Aqhat, Th.H.Gaster, SMSR 12 (126‑149), 1936.
‑ Problematical Passages in the Legend of Aghatu, M.Dijkstra+J.C.de
Moor, UF 7 (blz.172‑215), 1975.
‑ Leggenda di Aqhat, P.Fronzarolli, Florence, 1955.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten