De Baal‑cyclus.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑De teruggevonden tabletten zijn in meer of mindere mate beschadigd. Toch
is het mogelijk om drie episoden in deze cyclus te onderscheiden:
a.De strijd tegen de Zee.
b.De bouw van het paleis van Baal.c.De strijd van Baal/Anat met Mot.
a.De strijd tegen de Zee.
De god YAM (JAM) is de uitverkorene
van EL. (YAM ‑‑‑> komt terug bij de Feniciërs en met name bij Arvad als BAAL‑YAM!)
YAM betekent in het Hebreeuws en in het Oegaritisch 'de zee'. KOTHAR‑WA‑
HASIS, of is het KOTHAR en KHASIS, de goddelijke handwerksman/lieden
bouw(t)en een paleis voor YAM‑ZEBUL (prins van de zee) en die dreigt de
aarde te overstromen met de zee en de rivieren (rechter NAHAR). YAM
wordt gezien als Prins Zee en oceaanstroom‑regelaar. Dit alles
verontrust de goden en vooral BAAL.
BAAL bereidt met HORON (‑‑‑> komt terug bij de Feniciërs!)
en ATHIRAT/ASHTARTE een aanval voor op YAM, maar YAM voelt zich echter
zo sterk, dat hij zelfs boodschappers stuurt naar de goden en hij eist
de uitlevering van BAAL. De goden zijn geintimideerd en zitten met hun
hoofden op hun knieën! EL kiest partij voor YAM en levert BAAL uit aan
YAM.
Dan zien we een tussenkomst door KOTHAR‑WA‑HASIS (HIJAN), de bekwame,
helderziende en goudsmid van de goden. Hij levert aan BAAL enig
wapentuig in de vorm van twee knotsen, die 'jager' en 'leidsman of
verdrijver' genoemd worden. Dankzij de knotsen, die welhaast een eigen
leven gaan leiden) overwint BAAL (de wolkenrijder) en YAM herhaalt
tweemaal: "Ik ben dood, BAAL is het die regeert".
b.De bouw van het paleis van BAAL.
Dan doemt het volgende probleem op, want BAAL heeft geen woning en alle
andere goden wel. Hierbij gaan twee godinnen een rol spelen. ATIRAT van
de zee, vrouw van EL en koningin der goden en ANAT, zuster en geliefde
van BAAL. ANAT koopt ATHIRAT om met o.a. gouden geschenken (meubilair)
door KOTHAR‑WA‑HASIS (HIJAN) gemaakt. ATHIRAT en ANAT weten dan van EL
gedaan te krijgen, dat EL zijn toestemming tot de bouw geeft.
ATHIRAT:"Nu zal BAAL de regentijd kunnen inluiden, het seizoen der
wassende beken." KOTAR‑WA‑HASIS is de architect en volgt de
voorschriften van BAAL nauwgezet op. Het materiaal en het gereedschap
wordt vooraf eerst goedgekeurd. Er worden ceders gehaald uit de Libanon
en uit Shiryon. ILSJOE is de timmerman van het huis en zijn vrouw
'timmert voor de godinnen'. Er is sprake van een zevendaags werk.
Zie o.a.:
‑ Le dieu Mut ‑ guerrier de El, J.L.Cunchillos, Syria LXII, 1985.
BAAL wil geen enkel raam in zijn
paleis. Waarschijnlijk wil hij
voorkomen, dat YAM (zee) of MOT
(dood) zijn paleis binnendringen en zijn dochters of nymphen of 'meisjes' meenemen. Deze zijn Talai 'Dauw',
Pidrai 'Licht of Nevel' en wellicht Arsi 'Aarde' (het meisje van Icbdr).
Kennelijk kan door het raam de regen de aarde bereiken,
‑‑>in de bijbel:wolken zijn zakken regen!
maar kan andersom ook langs het raam de dood binnensluipen. Vandaar het
dilemma, of er wel een raam moet komen. Een dienster van ATHIRAT maakt
de stenen voor het paleis. ATHIRAT zelf zamelt geld in en legt een
tempelschat aan. Wanneer het paleis klaar brengt BAAL een offer en
organiseert een groot feest. Wanneer BAAL daadwerkelijk zijn woning
betrekt op de berg SAPHON, laat hij toch een raam plaatsen. Als god van
de vegetatie proclameert BAAL zijn overwinning op MOT, de dod van o.a.
de zomerhitte. ANAT voert ondertussen enige rithen uit, waardoor BAAL
zijn vruchtbaarheidskracht kan gaan toepassen. ANAT legt in de aarde
voedsel neer, waarop BAAL zijn bliksemschichten lanceert. BAAL verslaat
diverse zeemonsters, waaronder LOTHAN de slang, terwijl ANAT een draak
bevecht, die de zee deed kolken met zijn dubbele staart.
‑‑‑> vergl.OT met Jahweh en de zee als slang (Leviathan) en vergl.Enuma
Elish, waarbij zee en rivier samengaan!
Vooral ANAT blijkt een bloeddorstige godin te zijn. Zij moordt twee
steden uit en wentelt zich in het bloed van de vijanden en dat alles,
omdat MOT de dienaren van BAAL en ANAT tegen hen heeft opgehitst.
c.De strijd van BAAL en MOT.
BAAL wordt door de god van de onderwereld MOT uitgedaagd. De stad van
Mot wordt Hamrai genoemd. De regens hebben opgehouden en de zomerhitte
neemt de overhand. BAAL paart met een wezen (dier of ANAT) en daaruit
onstaat Mt. Hij heeft nu tenminste een nakomeling, mocht hij niet levend
uit de strijd met MOT terugkeren.
"Hij beminde een vaars in de weide.
Hij sliep 77 keer met haar,
Zij liet zich door hem 88 keer bestijgen.
Zij raakte zwanger en baarde naar zijn gelijkenis."
[lacune in de tekst].
BAAL bevindt zich in een wijde vlakte. Daar overvalt hem een meute wrede
wezens, verslinders genoemd, die van voren horens hebben en op de rug
een bult, maar met een menselijk gezicht, zodat BAAL even denkt met
vrienden of broers te maken te hebben. Die waren geboren uit EL met een
dienares van ATHIRAT en die had EL de woestijn ingejaagd. ‑‑‑>
vergl.Abraham en Agar, de dienster van Sarah (genesis XVI).
Tlsj is de dienster van Yrh (Yerah) en Dgmy is de dienster van 'Atrt
(Atirat) en worden naar de woestijn verbannen. Eén hiervan geeft onder
een eik geboorte aan twee beesten met horens als stieren en bulten als
buffalo's. Kennelijk zijn het deze wezens, die BAAL aanvallen.
De overmacht is voor BAAL te groot. Hij valt neer als een stier.
"Zo is de stier BAAL gevallen als een stier en de buffel HADAD is
neergelegd als een buffel in een modderig moeras."
is. Hij prevelt nog een gebed tot de koning der Gerechtigheid. EL heeft
het zo gewild en MOT is slechts zijn instrument.
‑‑‑> vergl.God en Jezus!
De boodschappers Gapan 'Wingerd' en Ugar "Akker' melden de dood van
BAAL. ANAT vraagt EL naar beneden te komen naar het lijk van BAAL. EL
komt langzaam trede voor trede, haast schoorvoetend.
EL betreurt of doet alsof hij de dood van BAAL betreurd. Hij daalt af
van zijn troon, zet zijn tulband af, strooit stof over zijn hoofd. Het
gebergte galmt van zijn geweeklaag: "BAAL is dood, wat is er geworden
van de zoon van DAGAN?"
ANAT gaat op zoek ‑‑‑> vergl.Isis‑Osiris, Isjtar‑Tammuz, Afrodite‑
Adonis!
ANAT roept de hulp in van SJAPASJ/SHAMAT en deze zonnegodin vindt met
haar stralen het levenloze lichaam van BAAL. ANAT voert de
rouwceremonies uit, begraaft BAAL op de hoogten van SAPHON en brengt aan
het eind van de rouwperiode dodenoffers. De troon van BAAL is nu vrij
voor een opvolger en in eerste instantie zou hiervoor 'ATTAR/ATHAR met
de bijnaam 'ARIZ in aanmerking kunnen komen. Zijn naam zou kunnen
betekenen de sterke, de aanmatigende. Hij blijkt echter niet geschikt
voor die taak. Zijn voeten reiken niet tot de grond, als hij op de troon
zit. Hij behoort op de aarde, waar zijn taak het is om de aarde te
bevloeien (irrigatie). Dan gaat ANAT naar MOT om BAAL vrij te krijgen,
maar MOT weigert. Dit mondt uit in een gruwelijk handgemeen: "ANAT greep
MOT, de zoon van EL, met een kling snijdt zij hem aan stukken, met de
wan want zij hem, met het vuur roostert zij hem, met de molen
vergruizelt zij hem, op het veld verspreidt zij zijn vlees, opdat de
vogels het opeten." ‑‑‑> het graan van de velden!
EL krijgt een droom en ziet BAAL ALJAN/ALEYAN weer levend, want hij
heeft tekenen van overvloed gezien: uit wolken regent het olie en in
droge beddingen stroomt honing. ANAT verslaat haar en zijn
tegenstanders.
Na zeven jaren komt MOT echter weer terug en er volgt een eindstrijd,
waarbij BAAL weer voor even overwint, want SJAPASJ weet MOT te
overtuigen, dat verder verzet zinloos is. De strijd tussen MOT en BAAL
zal echter tot in het oneindige voortduren.
De rol van BAAL in deze cyclus is die van een actief handelende god. Hij
bedreigt weliswaar nooit EL en moet ook maar afwachten, of zijn eigen
positie niet aangetast wordt, maar hij wordt wel de eerste onder de
andere goden. Daarentegen wordt de Hethietische god Kumarbi wel
onttroond door zijn zoon Teshub. Bij Philo van Byblos zien we hetzelfde
gebeuren in de relatie OURANOS_KRONOS.
De naam Aleyan onmiddellijk en naast die van Baal schept enige
verwarring. Men heeft een tijd gedacht, dat daar zijn zoon mee bedoeld
werd. Baal en Aleyan zouden regeren in de herfst, winter en lente en Mot
in de zomer. De strijd begint in de lente en Baal verliest. Aleyan zet
de strijd voort in de vorm van fruit. Waarschijnlijker is, dat Aleyan
een bijnaam of toenaam van Baal zelf is in de zin van de machtige, de
overwinnaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten