De elementen en toestanden:
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
DONKERTE: Hier wordt de beginfase van
het 'niets' mee aangeduid.
WIND: Dit element gaat de schepping
in beweging zetten.
CHAOS: Er zijn nog geen grenzen of
afbakeningen en het geheel is
waterig.
VERLANGEN:Pothos is bij Philo een
combinatie van land, water en wind.
Het wordt nog niet gezien als een
god, of levend wezen. Pothos wordt
eveneens in de Sidonische kosmogonie
genoemd van Eudomos (4e eeuw v.C!).
SLIJM:Mot wordt beschouwd als de
oerstof en kan heel goed de
Kanaänietische godheid zijn, die
heerste over de onderwereld. Het
Semietische woord "mwt"
betekent: dood. Er zijn echter meer verklaringen
(zie bij A&O, blz 77). Met het
slijm zou zeer wel een connectie kunnen
liggen met de vruchtbare rivierklei
van de Nijl. In de passage over o.a.
Mot komt verder het kosmisch principe
van het "EI" naar voren. Niet
alleen in de Hellenistische wereld,
maar in vele andere beschavingen is
het een veel voorkomend gegeven. De
stortregens en OVERSTROMINGEN kunnen
wijzen naar het zondvloedgegeven,
maar evenzeer naar de jaarlijkse
overstromingen van de Nijl.
Tenslotte 'verschijnen' dan het
LICHT, de ZON, de MAAN en de STERREN.
De wezens:
‑‑‑‑‑‑‑‑
Er zijn twee soorten, namelijk de
wezens, die nog geen waarnemingsgevoel
hebben en de ZOFASEMIN, die
verstandelijke vermogens hebben en die
waarnemers van de hemelen worden
genoemd. De eerste levende wezens
worden door een kosmische onweer
wakker gemaakt, opgeschrikt en in
beweging gezet. Een van de meest
acceptabele interpretaties daarvan is,
dat deze wezens rechtop gingen lopen
en dus de hemelen gingen
beschouwen.(1)
Zie:
‑ The Phoenician History of Philo of Byblos
A.I.
Baumgarten, Leiden, E.J.Brill 1981
‑
Mitteilungen der Vorderasiatische Aegyptische Gesellschaft 42.
1939, 21: Die Phönikische Religion
nach Philo von Byblos
‑
Sitzungsberichte der Deutschen Akademie der Wissenschaften zu Berlin
Taautus und Sanchunjaton, Otto
Eissfeldt
Akademie Verlag Berlin 1952
1)
Er ligt een merkwaardige overeenkomst met een fragment uit een
scheppingsverhaal van Anaximander
van Milete (610‑545 v.C).
"In vissen zijn de mensen
eerst ontstaan, net zoals de haaien, en
toen ze dan in staat gekomen
waren om zichzelf te helpen, toen pas
zijn ze eruit gekomen en hebben
van het land bezit genomen."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten